God beware ons de schande (2010)

INHOUD

Lut en Bet runnen een yoghurtbedrijfje. Het gaat niet goed. Bet geraakt gefrustreerd. Lut worstelt met een taboe.

Op een dag staat Bram, een jongeman met een filmcamera, op het erf. Hij wil een reportage maken. Ze gaan akkoord, vinden het publicitair interessant, maar Bram is in hun zielenroerselen geïnteresseerd. Lut doorbreekt het taboe en doet een schrijnende bekentenis: Bet is niet haar zus, maar haar dochter. Ze is indertijd zwanger gemaakt door een pater, die haar van haar frigiditeit zou genezen. De man wou met haar trouwen, maar werd door zijn abt meegestuurd met de kapelwagen van Oost-Priester Hulp. Bet voelt zich na die bekentenis bedrogen. Op aandringen van Bram gaan ze de pater, die nu in een Duitse parochie priester is, opzoeken. Ze willen dat hij Bet als zijn dochter erkent. Ze zetten hem onder druk en hij bezwijkt. Bet wordt vergoed en koopt een roomijsinstallatie. Lut blijft bij de priester achter.

Het stuk eindigt met ‘The ballad of Lucy Jordan’ van Marianne Faithfull’ over een onbereikbare droom. Heel diep in Bet leeft een oude droom.

Na de voorstelling bieden de acteurs de toeschouwers een ijsje aan, het herinnert aan wat Bet zei: “Ik schrijf die nacht zeven gedichten. Drie ervan worden opgenomen in een literair tijdschrift. Ik vertel het aan de kinderen. Ze horen voor het eerst van een literair tijdschrift spreken. Ook zij vinden roomijs belangrijker.”

God, beware ons van de schande is een gezinsdrama, een diepmenselijk stuk over schaamte en schande, leugen en frustratie, vernedering en leedvermaak en de ongelijke strijd tussen individu en kerkelijk gezag.

Een loodzware tragedie? Geenszins, het optreden van Bram, een gewiekste schelm, die de dramatische verwikkelingen stuurt en inblikt en een Mata-Hari-achtig hoogtepunt bepalen de toon van het stuk, dat uitgaat van waar gebeurde feiten.

.21

SPEL

Annette Swimberghe, Evi Brutin, Koen Bonte, Kris Comeyne, Mina El Azimani.

TEKST EN REGIE

Marc Reynaert

Theater Melanie creëerde het stuk in 2010.
Het werd opgevoerd in de Biekorf in Brugge, De Branding te Middelkerke en Club Terminus in Oostende.